Moeder aarde laat zich niet dwingen

Moeder aarde laat zich niet dwingen

Het is herfst en het seizoen 2022 is bijna ten einde. Tijd om de balans op te maken en om je wat dingen te realiseren. Het was een fantastisch oogstjaar, maar we hadden ook wat tegenslagen. Wat balen dat de stokbonen, wat een van mijn favoriete gewassen is, het bijvoorbeeld erg slecht deden. Deelnemer van Bij Mei en oud kweker Peter Klapwijk hielp me er weer eens aan herinneren dat de natuur zich niet laat dwingen. En dat is eigenlijk maar goed ook! Want we hebben ervoor gekozen om op een zo natuurlijk mogelijke manier te telen. Met de natuur samen. En dat is onvoorspelbaar, maar o zo mooi!

Deze week eten wij in ieder geval de lekkerste spruiten.

Factor 4

Door Peter Klapwijk, november 2022

We schrijven medio november 2022 en mogen terugkijken op een heel mooi en vruchtbaar teeltseizoen op  zelfoogsttuin Bij-Mei aan de Ommedijkseweg.

In het  droge voorjaar startte productie netjes op tijd zo halverwege de maand mei.

Deze zomer was  het wel eens spannend met de droogte, door alle zonuren groeide er gemiddeld ruim voldoende  groenten die  van een heel mooie kwaliteit waren. Afgelopen zaterdag  ging ik weer eens ff tuinen bij Mariska en werd aangenaam verrast door de hoeveelheid en variatie in producten die nog geoogst konden worden deze late herfst.  Wij gingen met een volle tas selderij, andijvie, snijbiet, palmkool plus een paar tomaten blij naar huis. Ik dacht terug aan het natte jaar 2021 toen er om deze tijd van het jaar belangrijk minder te oogsten was.

Als voormalig kweker heb ik regelmatig ondervonden hoe weersafhankelijk  en kwetsbaar opbrengsten van een tuinderij kunnen zijn. Zeker als je zoals bij Bij-Mei midden in de polder in weer en wind op biologische wijze aan het telen bent. De plantjes groeien hier  op de meest natuurlijke manier en staan regelmatig aan allerlei onheil en gevaren van buitenaf bloot. Hierdoor is het voor de tuinder dan ook altijd weer een uitdaging om regelmatig en betrouwbaar aanbod van groen van gewenste kwaliteit aan te bieden.

Hierbij enige kritische succes factoren voor een geslaagde  biologische teelt:

  • De meeste gewassen groeien bij een temperatuur van 21 graden 2 keer zo hard dan bij een temperatuur van 14 graden. Dit maakt het vooral in de eerste helft van het seizoen best lastig om vooraf een goede inschatting te maken wanneer een gewas oogstrijp is.
  • Te lage temperaturen remmen de groei, maar als temperaturen te hoog worden boven de 25 graden geeft dit vaak veel kwaliteitsverlies door te snelle groei en is het product vaak nauwelijks bruikbaar voor consumptie.
  • Dit jaar kende droge periodes en dat is lastig, want als je planten weinig water geeft beperkt dat de groei in belangrijke mate. Gelukkig kunnen we gebruik maken van een beregenings- installatie. De droogte heeft dit jaar best wel wat groei en kilo’s gekost.
  • Te veel regen is nog veel lastiger, gewassen worden door te veel vocht vaak aangetast door schimmelziektes, die een oogst volledig  kunnen elimineren. Daarbij ontwikkelen plantenwortels meestal slecht in te vochtige grond en kunnen planten hierdoor te weinig voeding opnemen wat ook weer een optimale groei in de weg staat.
  • Rupsen, slakken, muizen en luizen zijn ook verzot op biologische groenten en kunnen een behoorlijk gat in het aanbod veroorzaken.

Met al deze zaken heb je als kweker te dealen en ondanks alle zorg en aandacht voor de teelt wordt je toch weer regelmatig verrast met mee- en tegenvallers.

“Het valt wel eens mee en het valt wel eens tegen”  is een oud boeren en tuinders gezegde.

Als ik mee en tegen vallen cijfermatig mag kwantificeren denk ik dat een factor 4 realistisch is. Als je een oogst op 100 stuks begroot, heb je bij slechte omstandigheden soms maar een oogst  van 30-40 stuks. Bij gunstig weer kan die oogst soms ruim 50% groter uitvallen en kom je aan 150-160 stuks. 160 is dus 4 keer zoveel als 40. Dit bedoel ik met factor 4.  

 Moeder Aarde laat zich niet dwingen en trekt haar eigen plan.